Brede welvaart als kompas voor de regio

22 mei 2025

Al geruime tijd buigen we ons over de ruimtelijke toekomst van onze regio. De Stedendriehoek telt bijna een half miljoen inwoners en richting 2040 komen daar tot 40.000 extra woningen bij. We willen groeien, met behoud van het groene landschap van de Veluwe en de IJssel en passend bij de identiteit van het gebied. Dat betekent keuzes maken. Want willen we al onze ambities realiseren, dan hebben we ongeveer 1,8 keer de oppervlakte van onze regio nodig. Het is daarom zaak om samenhangende, slimme oplossingen te bedenken. Het afwegingskader brede welvaart helpt om na te denken over keuzes en gevolgen en om te komen tot optimaal beleid.

Ontwikkelperspectief 2050: de verstedelijkingsstrategie voor onze regio

Basis van onze ruimtelijke toekomst is de verstedelijkingsstrategie waaraan we als Regio Stedendriehoek werken, in samenwerking met het Rijk. Om het gesprek hierover goed te voeren met Rijk, provincies, waterschappen en stakeholders, is de Contourenschets 2050 gemaakt.

Bert Groot, Strateeg Ruimte bij de Provincie Overijssel en betrokken bij de verstedelijkingsstrategie Regio Stedendriehoek, licht toe: “In de Contourenschets hebben we de uiterste scenario’s geschetst, zoals ‘alles concentreren in de steden’ of juist ‘alles in de dorpen’. Vooral om het gesprek te starten. En dat gesprek wordt nu volop gevoerd: in gemeenteraden, in de regio en met het Rijk. We werken de verstedelijkingsstrategie de komende twee jaar uit, met alle partijen. Dat noemen we het Ontwikkelperspectief 2050. Kunnen we een slimme strategie ontwikkelen waarop we commitment krijgen van alle partijen? Waarmee we voldoen aan de opgave, passend bij de schaal van de regio en in balans met onze omgeving en identiteit?”

 

Afwegingskader brede welvaart

Naast balans op het gebied van wonen, werken en mobiliteit, willen we ook dat de brede welvaart stijgt in de Stedendriehoek. Brede welvaart kijkt verder dan economische groei en materiële welvaart. Het gaat ook over aspecten als gezondheid, inclusiviteit en kwaliteit van de leefomgeving. Daarom ontwikkelen we een afwegingskader brede welvaart, dat helpt om de verstedelijkingsstrategie te beoordelen. Bert Groot: “Voortbordurend op de scenario’s in de Contourenschets, kunnen we straks varianten langs het afwegingskader leggen en effecten ervan op de brede welvaart voorspellen. Bijvoorbeeld: in geval van scenario X zal de werkgelegenheid stijgen, maar krijgen we veel mobiliteit. Bij scenario Y krijgen we veel gebruik van openbaar vervoer en fietsverkeer, maar missen we wat in de dorpen. Het afwegingskader geeft ons dus veel inzichten. En daardoor kunnen we keuzes voor een voorkeursalternatief goed onderbouwen.”

 

Brede welvaart: een college

Wie naar eigen zeggen al zijn hele leven bezig is met brede welvaart, is Henri de Groot, hoogleraar Regionaal Economische Dynamiek aan de VU Amsterdam. Hij leverde de afgelopen 8 tot 10 jaar met name met de Sociaal Economische Raad een bijdrage aan het onderwerp. Op 13 mei sprak hij op de regionale raadsbijeenkomst, om raadsleden te inspireren en te voorzien van interessante informatie. Het thema van de avond: ‘Vergrijzen of vergroenen? Brede welvaart als kompas’.

Het concept brede welvaart is niet nieuw en heeft een rijke traditie in Nederland. Het is een kader om na te denken over onvermijdelijke keuzes en gevolgen. Om te zoeken naar een balans tussen economische, sociale en duurzame ontwikkeling. Niet alles kan tegelijk en kiezen voor het een heeft consequenties voor het ander. Vaak betekent dat concessies doen.

Henri de Groot: “Als samenleving en burgers willen we een comfortabel en welvarend leven. We willen ook dat het sociale, het inclusieve niet onder druk komt te staan. En we willen behoud van onze planeet. Die drie onderdelen zijn niet tot in de perfectie met elkaar te verenigen. In mijn beleving zijn we doorgeschoten in het optimaliseren aan de economische kant. Dat heeft ons een enorme materiële welvaart opgeleverd, maar gaat ook gepaard met pijn. Want meer de economische kant opgaan betekent inleveren op het sociale, inclusieve en het duurzame. Dit veranderen is complex. Want we hebben te maken met een enorme hoeveelheid aan gevestigde belangen waar we tegenop te boksen hebben. En dat creëert spanning en frictie. De ongemakkelijke taak aan de politiek is om die gevestigde belangen te challengen.”

In de regio moet het gebeuren

Grote vraagstukken moeten in toenemende mate in de regio beantwoord worden, met kaders uit Europa, stelt Henri de Groot. “De gemeentes zijn te klein en de provincies te groot. En dus moet het gebeuren in de regio, daar moeten we de uitdagingen aangaan. Wetenschap, politiek, samenleving: we hebben elkaar ontzettend hard nodig. Wat voor samenleving willen we zijn in 2050? En hoe maken we dat mogelijk? Die keuzes moeten we nú maken. Daar heeft het de afgelopen 10 tot 15 jaar aan ontbroken.”

 

It’s not the economy, stupid

De hoogleraar plaatst de opgave waar de regio voor staat in de actualiteit van vandaag de dag. Het zijn geen makkelijke tijden om na te denken over regionaal beleid. Er is toenemende onvrede en populisme, het vertrouwen in de politiek daalt. Daarbij speelt de – vooral Haagse – politiek die Henri de Groot duidt als ‘overpromise and underdeliver’ een grote rol. “Door luchtkastelen te bouwen, wetende dat je ze niet waar kunt maken, geeft men in Den Haag voeding voor meer extreem stemgedrag in een volgende ronde. Dat is zeer zorgelijk en een cirkel die we met elkaar moeten zien te doorbreken. Om de huidige wereld te begrijpen, moeten we ons bewust zijn dat het in toenemende mate niet alleen om economie gaat. Economie is zeker relevant, maar er is iets anders aan de hand in onze samenleving waar we een antwoord op moeten vinden. ‘It’s not the economy, stupid’ was niet voor niets de werktitel van de Economische Verkenning Metropoolregio Amsterdam van afgelopen jaar.”

 

Monitoring als waardevolle basis voor toekomstgericht gesprek

Goed nieuws is dat regionale monitoring steeds meer voet aan de grond krijgt in Nederland. Dat is een waardevolle basis voor beleid. Onderzoeksbureau Moventem bracht met data van het CBS in beeld: hoe scoort de regio Stedendriehoek ten opzichte van Nederland op het gebied van economie, arbeidsmarkt en demografie? Deze feitelijke informatie is samengevat in het boekje ‘Stedendriehoek Monitor 24/25’, dat de aanwezigen op de raadsbijeenkomst kregen. Het helpt ons toe te werken naar het afwegingskader brede welvaart. Want: om te weten waar we naartoe willen, moeten we weten waar we nu staan. De informatie is aanvullend en verdiepend op de website Regio Stedendriehoek in cijfers.

 

Wat zien we in de Stedendriehoek?

Henri de Groot: “De regio is divers op het gebied van duurzaamheid. Kijken we naar klimaatgerelateerde problematiek (emissies van fijnstof, broeikasgasemissies) dan zijn er weinig plekken in Nederland waar het beter toeven is dan hier. Kijken we naar landbouwgerelateerde klimaatproblematiek, dan kun je beter in de regio Amsterdam zijn. Het verdienvermogen in de regio is beneden-gemiddeld, maar de arbeidsmarkt loopt tegen grenzen aan. Sociaal is de regio heel gemiddeld, maar zeer aantrekkelijk op het gebied van veiligheid.”

De ‘Stedendriehoek Monitor 24/25’ laat ook de verschillen tussen de gemeenten in de regio zien. Zo scoort Apeldoorn hoog op bereikbaarheid via het openbaar vervoer, terwijl op dat gebied in Heerde nog wat te wensen is. Henri de Groot: “Deze monitor geeft inzicht in de feiten en uiteindelijk is de vraag: welke regio wil de Stedendriehoek zijn? Daar moet het gesprek over gaan. Hierbij geldt wederom: kiezen voor het één heeft consequenties voor het ander. Zwaarder inzetten op het economische vlak zorgt voor nieuwe problemen op het gebied van duurzaamheid.”

 

Nu bouwen voor ouderen om ruimte te creëren voor jongeren

Henri de Groot sluit zijn verhaal bij de raadsbijeenkomst af met een paar adviezen. “Ruimte en mankracht worden steeds schaarser. Die ontwikkeling maakt het maken van keuzes alleen nog maar urgenter. Houd de bovengemeentelijke samenwerking vast, want gemeentes zijn echt te klein om de grote opgave aan te gaan. Vooral de vraagstukken waar de een wat wint en de ander wat inlevert, vragen om stevig commitment. En tot slot: neem in de plannen de demografische transitie mee. Dat betekent nu bouwen voor ouderen om ruimte te creëren voor de jongeren. Het probleem in Nederland is niet de beschikbaarheid, maar de verdeling van de vierkante meters. Zet daarom in op doorstroom.”