Hoe gaan we zo goed mogelijk om met de schaarse ruimte in de regio? Hoe zorgen we er voor dat we werken aan alle maatschappelijke opgaven zoals het woningtekort, het bereikbaar houden van steden en dorpen, de energietransitie en het versterken van de natuur in de regio Stedendriehoek? Samenwerken en gezamenlijk koers bepalen zijn daarbij noodzakelijk.
Programmanager Gebiedsontwikkeling Sietske Heddema is verantwoordelijk voor het uitwerken van de gemeenschappelijke agenda die de regio heeft opgesteld, het zogenaamde Regioarrangement: ‘Dit doen we samen met twee provincies, acht gemeenten en drie waterschappen. We hebben veel ambities voor een beperkte ruimte. Als we de ruimte zo goed mogelijk willen benutten, moeten we heel zorgvuldig met elkaar de puzzel leggen.’
Sietske brengt allereerst samen met de partners in kaart welke projecten en processen er lopen die allemaal een ruimtevraag met zich meebrengen. ‘Misschien wel de belangrijkste opgave is de verkenning naar onze ruimtelijke groei. We noemen dit Verstedelijking in Balans, ViB. Het gaat dan om een doorkijk naar 2050, dus heel ver weg. We verkennen hoe we gaan groeien, waar straks meer woningen en bedrijventerreinen komen, en hoe we bereikbaar blijven. Daarnaast werken we ook nauw samen aan onze doorontwikkeling op gebied van bereikbaarheid, onze energievoorzieningen en grootschalige opwek, en brengen we de toekomst van de IJssel in beeld. Je moet daarbij denken aan de bevaarbaarheid, haar economische betekenis, maar ook de functie van de IJssel voor natuur en landschap en klimaatadaptatie.’
Helicopterview
Als programmamanager is Sietske veel bezig met het leggen van verbindingen. ‘Het is voor mij bijvoorbeeld belangrijk dat ik weet wat er speelt bij de gemeenten. Zodat ik vanuit mijn helicopterview kan zien waar opgaven elkaar raken en waar kansen liggen. Nu ben ik bijvoorbeeld in gesprek met de gemeenten over hun omgevingsvisies. Het is belangrijk dat het proces van ons Regioarrangement goed samen op gaat lopen met de lokale planningen van gemeentelijke Omgevingsvisies.’
Regioarrangement
In het regioarrangement staan de belangrijkste gezamenlijke opgaven voor de periode naar 2050 beschreven. ‘Daarbij hebben we vier basisprincipes als uitgangspunt geformuleerd die we met elkaar belangrijk vinden. Deze geven richting voor de keuzes die straks gemaakt moeten worden. Een belangrijke daarin is dat de kwaliteit van leven hoog blijft. We houden bij de plannen niet alleen rekening met economische groei, maar ook met het welzijn van mensen, duurzaamheid en inclusiviteit. Ook hebben we oog voor de identiteit van een plek. En omdat we zuinig en efficiënt willen omgaan met de ruimte, heeft meervoudig ruimtegebruik voorrang boven enkelvoudig gebruikt. En tot slot willen we bij onze ontwikkeling de bodem met het natuurlijke systeem versterken en meer in balans brengen.’
Een voorbeeld van de aanpak van een gezamenlijke opgave, is de wijze waarop in het gebied GEUS (Garderen, Elspeet. Uddel, en Speuld) samen wordt gewerkt aan ontwikkeling. Sietske: ‘Met agrariërs, bewoners gemeente, waterschap en provincies wordt gewerkt aan een toekomstbestendige ontwikkeling voor landbouw, natuur, wonen en werken in de verschillende kernen.’
Concentreren of spreiden
Zoals gezegd is Verstedelijking in Balans één van de grootste opgaven uit het Regioarrangement. Hiervoor is Jan Willem de Kleuver als kwartiermaker aangesteld. Jan Willem is partner bij Adviesbureau TwynstraGudde op het gebied van strategie en toekomstverkenning, Hij doet een verkenning naar de verstedelijking voor de regio naar 2050 en neemt ervaring mee bij dit soort vraagstukken vanuit de regio Twente en Utrecht. Jan Willem: ‘Het gaat om een strategie voor wonen, werken en voorzieningen richting 2050 met een doorkijk naar 2100 in een goede balans met bereikbaarheid, energie, landschap en bodem en water.’
Hiervoor worden met behulp van ontwerpers diverse scenario’s geschetst en voor elk scenario de kansen en uitdagingen in beeld gebracht. De achterliggende vraag hierbij is welke positie de regio heeft in Nederland, nu en in de toekomst.
Jan Willem: ‘In de regio is de ambitie uitgesproken om tot 2040 in totaal 40.000 woningen toe te voegen. In de huidige verkenning kijken we nog verder, naar 2050. Waar de woningen na 2030 gebouwd gaan worden en wat dit betekent voor werken en voorzieningen, is onderdeel van de studie waar we momenteel mee bezig zijn. Binnenkort hebben we een eerste interactieve bijeenkomst met gemeenteraadsleden en statenleden. We onderzoeken verschillende denkrichtingen of perspectieven. Willen we de woningen bijvoorbeeld vooral concentreren rondom stations of gaan we voor een sterke spreiding over de regio?’
Alle scenario kennen dilemma’s. Sietske: ‘Woningen bouwen in verstedelijkt gebied kent een aantal voordelen. Eén daarvan is dat voorzieningen, zoals bijvoorbeeld scholen, zorg en openbaar vervoer al aanwezig zijn. Maar aan de andere kant is ook de vraag: wat kan een stad aan? Verdichting heeft gevolgen voor onder meer de mobiliteit en de leefomgeving. We moeten de puzzel heel zorgvuldig en met elkaar leggen.’
Vastbijten in complexe vraagstukken
Het zijn complexe vraagstukken waar Sietske en Jan Willem zich mee bezighouden. ‘Maar dat is wat mijn werk juist interessant maakt,‘ vindt Jan Willem. ‘Als het me lukt om voor dit soort vraagstukken partijen met elkaar te verbinden rondom een gezamenlijk perspectief, dan geeft dat veel voldoening. Én als geboren Diepenvener gaat deze regio me nauw aan het hart.’
Voor Sietske geldt hetzelfde: ‘Ik bijt me graag in dingen vast, juist als het moeilijk wordt. Het is misschien cliché, maar ik wil de wereld graag een beetje beter achterlaten.’